Gemberkoekjes, mijn moeder gruwt ervan maar mijn vader smulde ervan. Dit recept vond ik in een Plus Magazine (januari 2007) die mijn vriendin mij had meegegeven als 'leesvoer'. Toen ik het recept las wist ik dat ik ze een keer moest maken. Ik kon ze al bijna proeven bij het lezen!
Nu zijn gemberbolletjes hier niet te krijgen, maar gelukkig had ik een potje meegenomen uit Nederland vorig jaar, dus kon ik meteen aan de slag.
Ingrediënten:
140 gram boter in stukjes,
200 gram bloem,
100 gr donkerbruine basterdsuiker,
1 el koekkruiden,
1 tl gemberpoeder,
1/2 tl gemalen kardemom,
6 gemberbolletjes,
1 ei
bakpapier of een bakmatje.
Alle ingrediënten, behalve het ei en de gemberbolletjes, door elkaar kneden tot een soepel deeg. Ik heb het in de keukenmachine gedaan en nog even met de hand doorgekneed. Deeg tot een worst van ca. 5 cm doorsnede rollen en in huishoudfolie verpakt minimaal 1/2 uur in de koelkast bewaren. Intussen gemberbolletjes fijnhakken en ei loskloppen. Oven voorverwarmen op 175 graden. Bakpapier of bakmatje op bakplaat leggen. Deegrol in ca. 20 plakjes snijden (ik had er 18). De deegschijfjes met een kleine tussenruimte op de bakplaat leggen, bestrijken met losgeklopt ei en gember er over verdelen. (Op de foto was ik het bestrijken met ei vergeten, maar dat heb ik voor het bakken alsnog gedaan). De koekjes in het midden van de oven in ca. 15 minuten bruin en gaar bakken. De koekjes af laten koelen op een taartrooster. Voorzichtig want het deeg is erg broos.
Toen ik Jan de koekjes serveerde keek hij er zeer argwanend naar want hij dacht dat er iets 'zuurs' op zat. Maar na een paar happen klaarde zijn gezicht op. Hij vind ze zelfs erg lekker en dat zegt hij niet zo gauw! Een geslaagd recept dus, dat zeker voor herhaling vatbaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten